llms.txt integreren in headless CMS-systemen

Headless CMS’en zijn ideaal voor flexibele contentdelivery, maar ze missen vaak een standaard manier om aan te geven hoe content gebruikt mag worden door grote taalmodellen. Zonder duidelijke llms.txt-configuratie loop je het risico dat content onbedoeld door crawlers of LLMs wordt gebruikt of juist niet gevonden wordt.

Bij llmstxt.nl helpen we organisaties om llms.txt netjes te integreren in hun headless setup. In dit artikel lees je praktische stappen en tips om llms.txt betrouwbaar te hosten, versiebeheer toe te passen en te testen binnen populaire headless platforms.

Belangrijk onderdeel 1

Waar je llms.txt plaatst en hoe je het serveert is cruciaal. Headless CMS’en leveren vaak alleen API-endpoints; een llms.txt-bestand moet echter op een vaste, publiek bereikbare locatie beschikbaar zijn (bijv. /.well-known/llms.txt of /llms.txt).

Daarnaast moet de server de juiste headers teruggeven (Content-Type: text/plain, correcte cache-control) zodat crawlers en LLM-agents het bestand betrouwbaar kunnen ophalen en interpreteren.

Praktische tip of verdieping

  • Maak in je headless CMS een contenttype “llms.txt” of een eenvoudige tekstentry met velden: versie, policy, contact en wijzigingsdatum.
  • Exposeer het bestand via je CDN of edge-layer op: /.well-known/llms.txt en /llms.txt zodat zowel standaarden als legacy clients het vinden.
  • Stel response headers in: Content-Type: text/plain; charset=utf-8 en Cache-Control: public, max-age=3600 (aanpasbaar naar behoefte).
  • Voor statische builds: genereer het bestand tijdens je build pipeline en plaats het in de public-folder van je frontend (bijv. Netlify, Vercel, S3 + CloudFront).
  • Voor serverless of dynamic delivery: creëer een laag (lambda/function) die de llms.txt-entry uit je CMS haalt en serveert met de juiste headers.

Belangrijk onderdeel 2

Versiebeheer, validatie en CI/CD-processen voorkomen fouten en garanderen dat wijzigingen gecontroleerd de productie bereiken. llms.txt is potentieel een compliance-item; log daarom wie wat wanneer aanpast en valideer de inhoud programmatically.

Daarnaast is het slim om fallback-mechanismen en tests te hebben: als je CMS niet beschikbaar is, moet een cached of statisch exemplaar blijven serveren zodat agents niet op incomplete info stuiten.

Praktische tip of verdieping

  1. Voeg validatiestappen toe aan je pipeline: controleer verplichte velden (versie, policyregels, contact) en run een linterscript dat de syntax van llms.txt verifieert.
  2. Implementeer webhooks: bij publicatie in het CMS trigger je build/deploy naar je CDN of update je edge-cache automatisch.
  3. Laat een fallback file genereren bij deploy: een statische kopie op de server/public-folder voor het geval de API tijdelijk faalt.
  4. Registreer wijzigingen in je audit-log (wie, wat, waarom) en bewaar oudere versies zodat je makkelijk kunt terugrollen bij onbedoelde aanpassingen.
  5. Gebruik geautomatiseerde checks (curl/fetch) in je CI om te verifiëren dat /.well-known/llms.txt en /llms.txt bereikbaar zijn en de juiste headers teruggeven.

Laatste praktische check: voer direct een snelle test uit vanaf je command line of via een online checker. Bijvoorbeeld: curl -I https://jouwdomein.nl/.well-known/llms.txt en controleer HTTP/200, Content-Type: text/plain en een relevante Cache-Control. Staat alles goed? Dan is je integratie in je headless CMS succesvol live.

Scroll to Top